Instellingen van fotocamera aanpassen
U kunt twee soorten instellingen gebruiken voor de
fotocamera: de
Afbeeldingsinstellingen
en de
begininstellingen. Zie ‘Beeldinstellingen: kleur en
belichting’ op pag. 27 als u de
Afbeeldingsinstellingen
wilt wijzigen. Als u de camera sluit, worden de
standaardinstellingen weer hersteld, terwijl de
begininstellingen gehandhaafd blijven tot u deze weer
wijzigt. Als u de begininstellingen wilt wijzigen, kiest u
Opties
>
Instellingen
en maakt u een keuze uit de
volgende opties:
Afbeeldingskwaliteit
—
Afdrukken 3M - Groot
(resolutie
2048 x 1536),
Afdr. 2M - Normaal
(resolutie 1600 x
1200),
Afdrukken 1,3M - Klein
(resolutie 1280 x 960),
E-mail 0,5M
(resolutie 800 x 600) of
MMS 0,3M
(resolutie 640 x 480). Hoe hoger de kwaliteit, hoe meer
geheugenruimte de afbeelding inneemt. Als u de
afbeelding wilt afdrukken, kiest u
Afdrukken 3M - Groot
,
Afdr. 2M - Normaal
of
Afdrukken 1,3M - Klein
. Kies
E-mail 0,5M
als u de afbeelding via e-mail wilt
verzenden. Kies
MMS 0,3M
als u de afbeelding via MMS
wilt verzenden.
Naar album
- Geef aan of u de afbeelding in een bepaald
album wilt opslaan in
Galerij
. Als u
Ja
kiest, wordt een lijst
met beschikbare albums geopend.
Opgenomen afb. tonen
- Kies
Ja
als u de vastgelegde
afbeelding wilt bekijken nadat deze is gemaakt, of
selecteer
Nee
als u direct wilt doorgaan met het nemen
van foto's.
Digitale zoom
(alleen mogelijk voor de hoofdcamera) -
Kies
Aan
als u maximaal wilt inzoomen bij het nemen van
een foto. De kwaliteit van een ingezoomde foto is lager
dan die van een niet-ingezoomde foto. Als u wel wilt
inzoomen maar de geselecteerde beeldkwaliteit behouden
moet blijven, kiest u
Uit
.
Stand.naam afbeelding
- Hiermee definieert u de
standaardnaam voor de afbeeldingen.
Opnametoon
- Hiermee kiest u de toon die moet klinken
bij het maken van een foto.
Gebruikt geheugen
- Hiermee selecteert u de
opslaglocatie voor afbeeldingen.
Camera
30